Angstblog 5: Onze diepste angsten
Wat schuilt er onder de bladeren en waarom?
Dit is alweer de 5e angstblog. Heb je de eerdere blogs gemist lees dam vooral eerst de eerdere blogs. Dan zal het je het meeste brengen.
We zijn al een tijdje op weg en met alle oefeningen heb je al meer inzicht gekregen in je gedrag, de bedoeling erachter en wat je mogelijk mist. Vandaag gaan we naar de kern. Wat ligt er nu onder de bladeren en waar komt het vandaan?
Om daar te komen heb je de aantekeningen van de vorige blogs nodig. Neem een leeg A4 vel en leg dat horizontaal voor je neer. Kies een van de situaties die je bij het eerste blog hebt opgeschreven aan de rechterkant van het vel. Zet vervolgens op de zelfde hoogte aan de linkerzijde het gedrag dat je liever zou doen zoals gevonden tijdens de tweede blog. Teken nu tussen de 2 situaties een groot blok. Daaronder zet je het woord hindernis, want dat is wat het blok is.
Rechts staat wat jij nu doet (huidige situatie) en links staat wat jij wil doen (doelsituatie). Het linkse doel is prima haalbaar voor iedereen (dus ook voor jou) alleen het lukt je nu nog niet. Iets houdt je tegen om links te komen. Dat is dus de hindernis, het blok wat je er tussen hebt getekend. Stel jezelf nu terwijl je zo naar je vel kijkt de vraag “Wat weerhoudt mij ervan <linkse situatie> te doen of te bereiken?
Belangrijk daarbij is jezelf rust te geven. Dat doe je door juist niet hard te gaan denken. Dat doe je namelijk vanuit je rationele brein en zoals in een vorig blog geschreven zit de oorzaak, en dus ook het antwoord, niet op die plek. Wat je dus wel doet is jezelf die vraag stellen en de vraag dan in je hoofd rond te laten stuiteren. Geef jezelf de tijd en vertrouw er op dat er een antwoord zal komen. Soms meteen en soms duurt dat even.. Daardoor komt er vanzelf een antwoord op vanuit je limbisch brein waar het probleem zit.
In bijna alle gevallen zal het een angst zijn en heel soms een woede of een verdriet.
Vaak zal echter niet meteen het diepe antwoord komen, maar een ander antwoord waar je verder mee kan.
Bert en Miranda:
Laten we het proces eens met Bert doorlopen.
Bert schrijft rechts “zweten, stamelen en boodschap vergeten tijdens presentatie” en links “rustig een heldere presentatie geven”. Daartussen tekent hij het blok. Als Bert de vraag aan zichzelf stelt komt het antwoord “Ik kan gewoon niet presenteren” op. Een mooi eerste antwoord en we zijn een laagje dieper, maar Bert is nog niet bij de kern. De kern is namelijk bijna altijd een angst en heel soms een woede of verdriet. Het antwoord van Bert gaat over gemis van een vaardigheid. Om dieper te komen gebruik je bij een gemis de vraag “En wat gaat er mis als ik ondanks <antwoord> de <gewenste situatie> probeer te doen? Bert stelt zichzelf de vraag “Wat gaat er mis als ik ondanks dat ik niet kan presenteren toch een goede presentatie probeer te geven?” Het antwoord is “dat mensen mij uitlachen en zien dat ik het niet kan”. We zijn nu bij
het effect op anderen. We zijn nu dichtbij de kern. Als het antwoord over anderen gaat dan stel je jezelf de vraag “Wat zegt dat over mij?” Als Bert die vraag aan zichzelf stelt komt hij tot het antwoord “Dan faal ik”. Nu zijn we bij de kern. De hindernis voor Bert in deze situatie is dat hij angst heeft om te falen.
Laten we voor Mariska hetzelfde doen. Mariska schrijft rechts fel en bot op onredelijke mensen reageren. Links schrijft ze rustig blijven en overtuigen. Ze stelt zichzelf de vraag “Wat weerhoudt mij ervan bij klachten rustig te blijven en mensen te overtuigen?” Het antwoord voor Mariska is “Ze geloven mij toch nooit”. Ze stelt nu de vraag “Wat zegt dat over mij?”. Daarop zegt ze “Ik doe er niet toe”. Meteen daarna zegt ze dat dat natuurlijk niet zo is. Dat klopt rationeel gezien zeker, maar toch voelt het op een of andere manier anders. Hier ervaar je ook meteen dat dit antwoord uit het limbisch brein komt. Je rationeel brein wil het ontkrachten, maar dat gaat niet zomaar.
De vraag die Mariska zichzelf nu stelt is “Wat gaat er mis als ik er niet toe doe?” Meteen zegt ze “Dan hoor ik er niet bij.” Nu zijn we ook weer bij de kern gekomen. Mariska heeft angst voor afwijzing. Deze speelt ook mee in haar emoties als ze met haar manager praat.
Bijna altijd zal je uiteindelijk op een van de 2 genoemde angsten uitkomen. Angst voor afwijzing om angst of te falen. Mocht jij tot een andere zijn gekomen is dat natuurlijk ook helemaal goed. In elk geval is dat dus je onderhuidse breuk. Elke situatie die ook maar enigszins in de buurt van die angst komt zal zorgen dat jij er last van hebt en in een bepaalde mate irrationeel reageert.
In het voorbeeld van Mariska gebeurt het bijvoorbeeld ook als haar vriend plots met zijn vrienden op stap wil (voelt onderbewust als afwijzing voor Mariska) en Mariska fel reageert dat hij maar moet gaan als hij wil, maar ook als iemand haar op straat aanspreekt voor een goed doel. Ze kan dan geen nee zeggen (onderbewust denkt ze dat de ander haar arrogant zal vinden (dus afwijst) als ze doorloopt). Zo speelt die angst in allerlei situaties.
Waar komt je angst vandaan?
In deze blogs kan ik geen methode geven waarmee je inzicht krijgt in welke situatie voor jou de angst ontstond. Hiervoor zouden we echt persoonlijk samen moeten werken omdat dit geen standaard te beschrijven proces is. Wel kan ik in algemene zin beschrijven hoe het waarschijnlijk is ontstaan.
Bijna alle angsten ontstaan in onze vroege jeugd. Vaak ontstaat het door een relatief onschuldige gebeurtenis die op dat moment voor onze jonge ik als heftig voelde. Stel je maar voor dat je later vandaag of morgen over straat loopt en plots zegt iemand tegen je dat je een heel raar mens bent. Je haalt je schouders op en loopt door. Het zal wel. Het doet je niet veel. Het zegt meer over die ander.
Stel je nu eens voor dat je 5 of 6 bent en iemand zegt tegen je dat je een heel raar kind bent. Dat kan op zo’n moment (te) veel indruk op je maken en je heel erg van streek maken. Zo is je angst waarschijnlijk ook ontstaan door een gebeurtenis in je jeugd. Het kan op school, thuis, met vriendjes enzovoorts zijn geweest en de ervaring leert dat je hem niet zo kan bedenken. Soms zeggen mensen in mijn gesprekken dat ze weten waar het vandaan komt, maar bijna altijd is het toch ergens anders ontstaan. Voor nu is dat ook niet essentieel. Waar het ook geweest is, de betreffende ervaring heb je niet “goed” verwerkt. Daardoor is er een klein geestelijk trauma ontstaan. Je onderhuidse breuk met het pijngebied eromheen.
We hebben nu heel veel over angst besproken. Het wordt tijd voor oplossingen. In het volgende blog volgen de eerste twee. Doe bovenstaande oefening voor jezelf. Als je er niet uitkomt, hulp nodig hebt of iets anders kwijt wil mail me dan op a.dekok@businessimpact.nl