Angstblog 3: Over goede intenties en (soms fout) gedrag

Mocht je mijn vorige blogs over angst gemist hebben en deze als eerste zien, dan is het handig bij blog 1 te beginnen en de oefeningen uit de blogs te doen. Dan haal je het meest voor jezelf uit deze reeks.

In het vorige blog spraken we over de goede bedoeling van je angsten. Een van de oefeningen was jezelf complimenteren over de goede bedoeling. Hoe is dat gegaan? Was dat makkelijk of voelde je weerstand om dat te doen? Als je het lastig vond, maak je dan geen zorgen: dat is heel normaal. In de coachingsgesprekken die ik voer zie ik regelmatig weerstand. Het voelt dubbel of niet goed om iets in jezelf te bedanken waar je last van hebt.

Daarom gaan we eerst aan de slag om twee zaken te scheiden rondom je angst. Sterker nog, je kunt dit toepassen bij alles wat jij of iemand anders doet. We gaan namelijk kijken naar gedrag en intentie en doen dit aan de hand van 2 fictieve voorbeelden. Deze voorbeelden zal ik ook in de komende blogs blijven gebruiken om het overzichtelijk te houden.

De eerste persoon is Bert. Bert is manager bij een bedrijf. In die functie moet hij soms presentaties geven en dat vindt hij verschrikkelijk. Het zweet breekt hem uit bij de gedachte aan een presentatie. En als hij dan voor een groep staat, komt hij vaak niet uit zijn woorden en vergeet hij wat zijn boodschap was. Bert kan daarover erg boos op zichzelf worden.

De tweede persoon is Mariska. Mariska werkt op de service-afdeling bij een bedrijf. Als klanten bellen met een klacht en (in de ogen van Mariska) onredelijk worden, dan kan Mariska fel en bot reageren. Hierover hebben al diverse klanten geklaagd. Als haar manager dit met Mariska bespreekt, gebeurt juist het tegenovergestelde. Mariska klapt dan dicht en wordt emotioneel.

Gedrag

Gedrag is alles wat zichtbaar is. Alles wat je doet of juist niet doet. Bij Bert is het gedrag zweten, stotteren, de boodschap vergeten en achteraf boos op zichzelf zijn.

Bij Mariska is het bot en fel reageren op klagende klanten. In gesprekken waarop ze kritiek ervaart van haar manager klapt ze dicht en wordt ze emotioneel.

Voor zowel Mariska als Bert is dit gedrag waar ze last van hebben en op zijn zachtst gezegd niet blij mee zijn. Het belemmert hen zelfs in zekere mate in hun ontwikkeling en functioneren.

Intenties

Achter elk gedrag zitten een intentie en die zijn altijd positief. Deze kunnen zichtbaar gemaakt worden door jezelf een van de volgende twee vragen te stellen.

  1. Wat wil ik bereiken in deze situatie?
  2. Wat is de goede bedoeling achter het gedrag?

Deze tweede vraag is vooral toepasbaar als je naar het gedrag van anderen kijkt waar jij last van hebt. De eerste kun je juist makkelijk op jezelf toepassen.

Als we de tweede vraag toepassen op Bert, kan daar bijvoorbeeld het volgende uit komen: ‘Ik wil graag een goede presentatie geven of goed overkomen op mijn medewerkers’. Als je naar dit antwoord kijkt, zie je dat dit nog steeds over gedrag gaat. We zijn dus nog niet bij de goede intentie. Met de vragen “Wat levert het op als je een goede presentatie geeft?” of “Wat levert het op als je goed overkomt op je medewerkers?” komen we verder. Bert geeft aan dat het hem zelfvertrouwen en status oplevert. Daarmee zijn we nu bij de intenties aangekomen, want Bert geeft twee positieve intenties aan. Soms komt op de vraag nog steeds een antwoord dat gedrag beschrijft. Daarop kun je doorvragen wat dat gedrag oplevert, net zolang tot je bij de intentie komt.

Zoals gezegd, is hierbij belangrijk om te bedenken dat de intentie altijd positief is. Als er dus een niet-positief antwoord komt, weet je dat je nog niet bij de intentie bent en dus mag blijven doorvragen.

Bij Mariska kan passen we ook de tweede vraag toe. “Wat is de goede bedoeling achter het bot zijn tegen klanten?” Het antwoord daarop zou dan bijvoorbeeld kunnen zijn: ‘Dan accepteren ze mijn antwoord’. Doorvragen naar de intentie levert bij Mariska als antwoord ‘zelfrespect’ op. Zelfrespect blijkt na doorvragen ook de intentie te zijn achter het emotioneel reageren en dichtslaan. In die situatie wil ze graag waardering van de ander. Alleen is de waardering nog steeds gedrag. De waardering levert Mariska zelfrespect op.

Uit bovenstaande kun je drie conclusies trekken.

1.    Achter elk gedrag zit een positieve intentie

Wat iemand ook doet, er zit altijd een positieve intentie voor de persoon zelf achter. Mensen doen nooit iets alleen vanuit de gedachte om de ander te kwetsen. Er zit altijd een eigen positieve intentie achter voor de persoon. Om die intentie te bereiken, is het echter in de ogen van de ander soms nodig om ons (onbewust) te kwetsen. Neem een inbreker die je hele huis overhoop haalt en je kostbaarheden meeneemt. Hij doet dat bijvoorbeeld vanuit de positieve intentie van financiële zekerheid.

2.    De intentie is altijd goed, maar het gedrag kan heel fout zijn.

In het voorbeeld van de inbreker heeft hij een goede en herkenbare intentie, maar de manier waarop hij de intentie wil bereiken is natuurlijk heel fout. Er zijn ook allerlei andere vormen van gedrag waarmee de intentie bereikt kan worden die geen (emotionele) schade bij anderen teweeg brengt.

3.    We kunnen onszelf in de intenties van de ander herkennen

De intenties die een ander heeft, zijn ook voor onszelf herkenbaar. Wie wil er geen zelfvertrouwen of status zoals Bert, of zelfrespect zoals Mariska, of de financiële zekerheid van de inbreker?

Wat kun je hier mee? 

Het bovenstaande geeft een verklaring waarom je mogelijk weerstand hebt bij het waarderen van je eigen intentie. Je keek naar je gedrag en daar ben je niet blij mee. Zoals al vastgesteld mag je dat best veroordelen als het niet goed is, maar de intentie is altijd goed. Kijk dus nog eens naar de situaties die je na het eerste blog hebt opgeschreven en de goede bedoeling (intentie) die je er na het tweede blog had bijgeschreven. Is het een goede intentie of is het nog gedrag? Als het nog gedrag is, werk dan door tot je eigen goede intentie en waardeer deze oprecht. Schrijf deze er ook weer bij.

Verder kun je bovenstaande ook gebruiken als iemand iets doet waar jij last van hebt. Wat is zijn/haar gedrag en wat is de intentie die die persoon er mogelijk mee heeft? Bepaal deze voor jezelf. Juist als iets je heel erg raakt, is het waardevol het gedrag en de intentie te scheiden en te benoemen. Daarmee creëer je ruimte in je hoofd om het gedrag van de ander bij de ander te laten. Dat zorgt dat jij je het gedrag van de ander minder zal aantrekken.

Tot zover gedrag en intentie. In de volgende blog gaan we naar de paradox van angst kijken. Mocht je feedback, vragen of opmerkingen hebben dan lees ik die graag onder het artikel of rechtstreeks via a.dekok@businessimpact.nl.