De skill/will matrix; een doorvertaling van situationeel leiderschap
Aansturing vanuit de skill will matrix en valkuilen die je wil vermijden. Een van de populairste leiderschapsmodellen is situationeel leiderschap. De meeste managers kennen dit model uit de jaren 70 wel. In dit artikel bespreken we de skill/will matrix. Dit is een doorontwikkeling op situationeel leiderschap van Max Landsberg. Ook bespreken we een paar valkuilen van beide modellen.
Opbouw van de skill will matrix
De skill will matrix heeft 2 assen en 4 kwadranten. Op de verticale as staat willen (de motivatie) en op de horizontale as staat kunnen. Dit levert 4 kwadranten op:
1. Niet capabel en niet gemotiveerd
Als het goed is zijn er niet veel medewerkers binnen je bedrijf die hierin vallen. Dit zijn mensen waar je het liefst zo snel mogelijk afscheid van wil nemen. Ze kunnen het niet en ze hebben er geen zin in. Helaas is afscheid nemen niet altijd een optie of speelt er iets anders.
De leiderschapsstijl die hierbij past is corrigerend en confronterend. Dus kort op de bal en strak aansturen.
2. Niet capabel en gemotiveerd
In dit kwadrant zitten vooral nieuwe medewerkers of mensen die nieuwe taken moeten oppakken. Ze hebben er zin in, maar weten nog niet goed hoe het moet. De leiderschapsstijl die hierbij past is instruerend. Uitleggen hoe het moet en ze aan de hand meenemen.
3. Capabel en niet gemotiveerd
In dit kwadrant zitten mensen die het wel kunnen, maar niet (zo) gemotiveerd zijn. Dit kan zowel door oorzaken binnen als buiten het bedrijf veroorzaakt worden. Het minder zijn van motivatie kan daarbij afhankelijk van de oorzaak even tot lange tijd duren.
Bij deze mensen past een coachende/counselende leiderschapsstijl. Ze hoeven niet op de taak geholpen te worden, maar wel in hun motivatie. Dit doe je door hen vooral vanuit de relatie open vragen te stellen over de motivatie en uit te dagen en in beweging te krijgen. Wat is er aan de hand, hoe komt het, enzovoorts? Doel is om de medewerker te helpen zijn motivatie weer te verbeteren.
4. Capabel en gemotiveerd
Dit is het kwadrant waar je idealiter veel mensen hebt zitten. Ze hebben het naar de zin en ze weten wat ze moeten doen en hoe. Deze mensen kun je delegerend leiden. Zelf dingen laten oppakken en uitdagen om nog verder te groeien. Dit helpt ook nog eens om de motivatie goed te houden.
Positioneren van je medewerkers
Positionering van je mensen binnen dit model doe je heel simpel door 2 vragen. De eerste is of de medewerker het kan. Is hij capabel? De tweede vraag is of hij het wil. Is hij gemotiveerd.
Het theoretisch kader van dit model is glashelder. In de praktijk zien we echter een paar veelgemaakte fouten waardoor het aansturen toch mis gaat. Doe er je voordeel mee in je rol als manager door deze fouten niet te maken.
Model is taakgericht en niet persoonsgericht
Vaak worden medewerkers als geheel in 1 van de 4 kwadranten geplaatst. Dit is in bijna alle gevallen incorrect, omdat het per taak variert. Stel bovenstaande vragen dus niet over een persoon, maar over de taak die de persoon moet doen.
Voorkeursstijl van manager
Elke manager heeft van nature een voorkeursstijl. Deze wordt dan net iets anders ingezet in de andere kwadranten, maar blijft nog steeds de oorspronkelijke stijl. Om als manager succesvol te zijn zul je in staat moeten zijn alle 4 de verschillende stijlen echt te beheersen en in te zetten. Gezien de diversiteit en soms zelfs tegengesteldheid van de stijlen kan dit lastig zijn om onder de knie te krijgen, maar je zult ze echt moeten beheersen om ze in te kunnen zetten.
Verkeerde inschatting van positie medewerker
Essentieel voor het juist aansturen is de juiste analyse van de positie van de medewerk. In onze training komt elke keer weer naar boven dat als je als manager de medewerker verkeerd inschat en uit een ander kwadrant gaat aansturen dan waar de medewerker zit de medewerker na het gesprek in het kwadrant is gekomen waar jij als manager zat. Neem dus de tijd om de diagnose te stellen en stel open vragen om de positie helder te krijgen. Ga pas dan aan de slag met de stijl die bij dat kwadrant hoort.